Zevenhonderd jaar al rijst deze trotse toren boven de huizen uit. Toen de middeleeuwse burgers van Gent vanaf 1313 het Belfort bouwden, toonden ze hun macht als stad. Als zij hier de grote stormklok luidden, sloegen ze alarm.

Tot in de negentiende eeuw werd het Belfort bewaakt door een korps van echte wachters in dienst van de stad. Ook klokkenluiders, stadstrompetters en schalmeiers – fluitspelers – liepen er rond.

Wat deden ze?

De klokkenluiders luidden overdag de werkklokken en de uurklok. Daarnaast hielden ze de wacht op de toren. ‘s Nachts patrouilleerden ze door de Gentse straten met een dievenlantaarn en een afgerichte hond.

De stadstrompetters bliezen ‘s nachts om het uur uit alle vier de vensters van het Belfort de trompet.

De schalmeiers speelden herdersfluit. Zij moesten de voorschriften van de schepenen gaan afkondigen in alle stadswijken.

In de kelder van het Belfort zie je een middeleeuws origineel van een wachter, samen met enkele kopieën.

De middeleeuwse steden dwongen voorrechten of privileges af van de vorsten als die om bijdragen voor hun oorlogen kwamen vragen.

De privileges werden plechtig op perkament geschreven en bezegeld met de lakzegels van alle partijen.

De privileges van Gent werden bewaard in zware, met ijzer beslagen koffers in de sterk beveiligde Geheime Kamer – het Secreet – van het Belfort. Toen Keizer Karel V in 1540 de Gentenaars strafte omdat ze zijn zoveelste belasting weigerden te betalen, liet hij alle privileges weghalen uit het Belfort en verhuisde hij ze naar Rijsel.

Voor sommige koffers had je drie sleutels nodig om ze te openen. Elke sleutel werd door iemand anders bewaard.

Hoe trots zijn de Gentenaars op hun draak! Het dier glanst en glinstert op het topje van het Belfort en draait zijn staart uit de wind.

Et quiducius mo dollaut harum esequi di dolesti oribus, torrorate magnimos maxim auda videbitas rae sequi que platus voloribus ipsunt ent haribus proreic aeculluptae ipidige ndandi none et quiaes ad eum aut eatium cusdam.

Soms, heel soms spuwt de draak echt vuur…

Als je de wenteltrap opklimt, kom je in een torenzaal waar tientallen grote en kleine klokken uitgestald staan. Je hoeft met je vuist maar een tikje tegen de bronzen wand te geven en de klok klinkt al helder op.

Et quiducius mo dollaut harum esequi di dolesti oribus, torrorate magnimos maxim auda videbitas rae sequi queEt quiducius mo dollaut harum esequi di dolesti oribus, torrorate magnimos maxim auda videbitas rae sequi que platus voloribus ipsunt ent haribus proreic platus voloribus ipsunt ent haribus proreic

Een beiaard werkt op net dezelfde manier als het muziekdoosje uit je kindertijd. Een draaiende speeltrommel waarin honderden pinnetjes geslagen zijn, stuurt via een reeks kabels alle hamerslagen op de klokken aan.

Op de hoogste verdieping wandel je in de buitenlucht helemaal rond de toren en geniet je van een fabelachtig uitzicht over Gent.

Et quiducius mo dollaut harum esequi di dolesti oribus, torrorate.